Als je kind al op school zit, gebruikt de school informatie van de leerkracht over hoe het gaat in de klas. Maar de school kan ook vragen om informatie van zorgverleners van jouw kind. Of informatie van een vorige school of de kinderopvang. De school vraagt altijd eerst toestemming aan jou. De school mag niet zonder die toestemming overleggen met anderen buiten de school over jouw kind. De school moet ook toestemming vragen om een verslag van een onderzoek te mogen lezen. Hierover lees je meer onder het onderwerp ‘Informatie delen met school’.
Soms blijkt dat een school voor speciaal onderwijs (so) of speciaal basisonderwijs (sbo) het beste zou zijn voor jouw kind. Hiervoor is een toelaatbaarheidsverklaring nodig (TLV). Meer informatie kun je lezen bij ‘Speciaal (Basis) Onderwijs’.
Maak afspraken over hoe jullie elkaar laten weten hoe het gaat. Vraag om meer informatie als je vragen hebt. En vertel ook hoe jij ziet dat het thuis met jouw kind gaat. Vertelt jouw kind bijvoorbeeld thuis trots over de extra hulp en hoe het gaat? Of geeft je kind juist aan de extra hulp lastig te vinden? Of misschien merk je dat je kind piekert en zich wat onzeker voelt. Je kunt dit met je kind bespreken. Bespreek samen met school wat de beste hulp is voor jouw kind. Maak afspraken over wanneer jullie weer overleggen. En bespreek dan of de basisondersteuning van de school jouw kind helpt of er misschien toch andere hulp nodig is. Misschien kan de ondersteuning op een bepaald moment wel worden gestopt, omdat het niet meer nodig is.
Ondersteuning op school: drie vormen
Binnen SPOW (Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland) zijn er drie vormen van ondersteuning. Deze helpen scholen om ieder kind zo goed mogelijk te begeleiden.
1. Basisondersteuning
Elke school helpt leerlingen die tijdelijk of een beetje extra hulp nodig hebben. Hiervoor zijn binnen SPOW afspraken gemaakt. Deze hulp hoort bij het gewone aanbod van de school. Bijvoorbeeld extra uitleg of extra oefenen.
2. Extra ondersteuning
Soms heeft een leerling meer hulp nodig dan de school in de basisondersteuning kan bieden. De school maakt dan samen met ouders een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). In dit plan staat welke hulp een leerling krijgt, en welke doelen er zijn.
De school betaalt deze hulp uit een speciaal budget van SPOW. Soms krijgt een leerling extra hulp buiten de school om, via een bovenschoolse voorziening.
3. Gespecialiseerde ondersteuning
Als een leerling intensieve hulp nodig heeft, kan speciaal (basis)onderwijs beter passen. Dit gebeurt op een SBO- of SO-school. Hiervoor is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. SPOW geeft deze verklaring af, samen met school en ouders.
Overleggen: SOT en HIA
Schoolondersteuningsteam (SOT)
Als een leerling meer hulp nodig heeft, organiseert de school een overleg: het SOT. Hierbij zitten aan tafel:
- De intern begeleider van de school,
- De ouders,
- Een medewerker van SPOW,
- En iemand van het lokale jeugdteam.
Samen kijken ze wat het kind nodig heeft en wie wat gaat doen.
Handelingsgericht Integraal Arrangeren (HIA)
Is de situatie ingewikkelder? Dan volgt een HIA-overleg. Dit overleg wordt geleid door een ondersteuningsadviseur van SPOW. Ouders, school en andere deskundigen zoeken samen naar een passende oplossing.
Een HIA kan leiden tot:
- Meer of andere hulp op school;
- Een aanvraag voor speciaal onderwijs (TLV);
- Of een terugkeer naar de gewone ondersteuning.
Het is belangrijk dat ouders en de school goed samenwerken. Vraag om meer informatie als je vragen hebt. En vertel ook hoe jij ziet dat het met jouw kind gaat. Soms worden er in gesprekken woorden gebruikt die voor jou nieuw zijn. Vraag gerust om uitleg als je niet weet wat een woord betekent. Zo kun je samen bespreken wat de beste hulp is voor jouw kind. Spreek af wanneer jullie weer overleggen. Je bespreekt dan bijvoorbeeld of de extra ondersteuning jouw kind helpt. En of er misschien toch andere hulp nodig is. Of misschien kan de ondersteuning wel worden gestopt.
Als ouder ben je dus altijd bij een SOT. Het is belangrijk dat je meepraat over het plan voor de extra ondersteuning voor jouw kind. Jij kent je eigen kind het allerbeste en kunt vertellen hoe het thuis met jouw kind gaat. Samen praten jullie over de oplossing die het beste bij jouw kind past. Misschien is het goed als je kind zelf ook bij (een deel van) het overleg is. Je mag ook zelf iemand meenemen naar het overleg om jou te ondersteunen. Vertel dat van tevoren aan de school. School vraagt altijd toestemming aan jou als ouder om informatie te mogen delen met de mensen, die bij het SOT aanwezig zijn.
Soms is extra onderzoek door iemand buiten de school nodig om te bekijken welke extra hulp je kind nodig heeft. Dit kan bijvoorbeeld onderzoek zijn door een psycholoog of logopedist. Ook dat wordt vaak besproken in een SOT. Voor extra onderzoek moeten ouders altijd eerst toestemming geven. Ook hierover kun je eerst vragen stellen. Waarom de school het onderzoek nodig vindt bijvoorbeeld. Wie het onderzoek gaat doen, waar en wanneer. Als ouder krijg jij als eerste het verslag te lezen. Jij besluit of de school het ook mag lezen. Lees hierover meer bij ‘Informatie delen met school’.
Hoe het gaat met de extra hulp, houdt de school bij in het dossier van jouw kind. Minstens één keer per jaar bespreekt de school met jou het ontwikkelingsperspectief of Groeidocument dat de school heeft gemaakt voor jouw kind. Er wordt dan ook besproken of de school nog steeds hetzelfde denkt over hoe jouw kind zich zal ontwikkelen op school. En of de hulp die jouw kind krijgt nog steeds op dezelfde manier nodig is. Het ontwikkelingsperspectief kan na zo’n gesprek met jou worden aangepast.
Misschien is er een andere school die beter bij jouw kind past. Die de hulp die jouw kind nodig heeft wél kan geven. Dat kan een andere basisschool zijn, maar ook een school voor speciaal onderwijs (so) of speciaal basisonderwijs (sbo). Dat jouw kind beter geholpen kan worden op een andere school, moet duidelijk worden uit het ontwikkelingsperspectief. Voor plaatsing op een school voor speciaal (basis) onderwijs moet een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) worden aangevraagd bij het samenwerkingsverband. Als school en ouders het niet eens zijn over het ontwikkelingsperspectief of het aanvragen van een TLV en dit leidt tot een conflict, dan kunnen ouders een onderwijsconsulent inschakelen om te helpen. Lees hierover meer bij ‘Speciaal (Basis) Onderwijs’ en ‘Samenwerken met school’.
Soms zegt de school dan dat je kind niet meer kan komen. Of zie je zelf dat het jouw kind (even) niet lukt om naar school te gaan. Het is goed te weten dat de school dan nog steeds zorgplicht heeft. Jouw kind moet zich kunnen blijven ontwikkelen. Je kunt dan, samen met de school, op zoek naar andere mogelijkheden. Soms lukt het niet meer goed om daar met de school over te praten, dan kun je bijvoorbeeld een onderwijsconsulent inschakelen. Lees meer bij ‘Samenwerken met school’.
